Europese Commissie start onderzoek nadat OPTA besluit aanpast wegens uitspraak CBb
De Europese Commissie heeft vandaag een nader onderzoek geopend naar een voorgenomen besluit van OPTA over de tarieven voor gespreksafgifte. In 2010 heeft OPTA de Aanbeveling van de Europese Commissie gevolgd en deze tarieven op basis van de zogeheten “pure BULRIC”-kostenmethodiek vastgesteld. Deze aanpak werd echter in 2011 geblokkeerd door een uitspraak van het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBb), die OPTA oplegt een andere kostenmethodiek toe te passen, namelijk “BULRIC plus”. De Europese Commissie heeft nu bekend gemaakt het niet acceptabel te vinden dat OPTA deze instructie van het CBb volgt. In het nu gestarte onderzoek krijgen de Europese Commissie, andere Europese telecomtoezichthouders en OPTA gelegenheid hun inzichten uit te wisselen. Tot die tijd treedt OPTA’s besluit niet in werking en blijft er onzekerheid bestaan over de definitieve tarieven.
Wat zijn afgiftetarieven?
De telefoonaanbieder van de persoon die wordt gebeld, vraagt voor het gebruik van zijn netwerk een vergoeding aan de aanbieder van de klant die belt: het zogeheten afgiftetarief. De beller kan niet kiezen door welk netwerk zijn telefoontje wordt afgewikkeld. Er is hier dus geen concurrentie. Zonder regulering zouden deze tarieven daarom veel te hoog zijn. Om die reden stelt OPTA de afgiftetarieven die vaste en mobiele aanbieders aan elkaar mogen rekenen via een besluit vast. Zo heeft OPTA de mobiele afgiftetarieven de afgelopen vijf jaar stapsgewijs verlaagd van 11 naar 2,7 eurocent per minuut.
Systematiek van reguleren
OPTA moet zo’n besluit, nadat daarin de zienswijzen van marktpartijen zijn verwerkt, voorleggen aan de Europese Commissie. Na groen licht van de Europese Commissie, treedt het besluit in Nederland in werking. Vervolgens hebben marktpartijen nog de mogelijkheid het besluit aan te vechten bij het CBb. Het besluit van OPTA uit 2010 strandde op die manier bij het CBb. OPTA heeft daarop, rekening houdend met deze uitspraak, een nieuw besluit genomen en dit op 12 januari jl. voorgelegd aan de Europese Commissie. Naar dit besluit is de Europese Commissie nu een nader onderzoek gestart.
Welke tarieven gelden nu?
Het onderzoek van de Europese Commissie heeft vooralsnog geen effect op de tarieven van mobiele gespreksafgifte, omdat het CBb daar in zijn uitspraak in ieder geval tot juli 2013 de maximumtarieven heeft vastgesteld. Op basis van die uitspraak geldt op dit moment een mobiel afgiftetarief van maximaal 2,7 eurocent per minuut en vanaf 1 september 2012 een maximumtarief van 2,4 eurocent per minuut. Voor vaste gespreksafgifte blijft het door het CBb vastgestelde maximumtarief van 0,72 eurocent per minuut gelden. Dit zijn de geldende tarieven totdat een nieuw besluit van OPTA in werking treedt. De tarieven van enkele bijbehorende diensten die nodig zijn om gespreksafgifte te kunnen afnemen (directe interconnectie genoemd) blijven gedurende het onderzoek ongereguleerd.
Zie ook
- 02-07-2012 Besluit marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte 2012 (FTA-MTA-3b)
- 13-06-2012 Reactie OPTA op advies Europese Commissie over hoogte afgiftetarieven
- 13-01-2012 Notificatie ontwerpbesluit marktanalyse vaste en mobiele gespreksafgifte (FTA-MTA-3b)
- 06-09-2011 Uitspraak CBb marktanalysebesluit vaste en mobiele gespreksafgifte